Johannes Bernardus Schueler
Hij ligt hier als Barnardus, maar eigenlijk heet hij Johannes Bernardus, en het lijkt alsof er aan de linkerkant van de steen een stuk is afgebroken.
In onze tijd zou hij worden aangeduid als ‘allochtoon. Want hoewel hij in Barneveld wordt geboren, in 1812, is zijn vader een migrant, August Anton Schöler, uit Duitsland. Eind 1800 gaat het niet best in Duitsland, en veel ambachtslieden trekken richting de Veluwe voor een betere toekomst. Zo ook de vader van ‘rooie Bernard’, zoals hij wordt genoemd, en dat zal vanwege de haarkleur zijn geweest; onder de Schuelers zijn er nog steeds mannen met rood haar. Daarbij zijn ze ook nog eens katholiek, in een sterk gereformeerde omgeving. Toch blijkt dit geen probleem in die tijd.
Zadelmaker
Hij groeit op in Barneveld, in de Catharijnestraat (nu de Jan van Schaffelaarstraat). Zijn moeder, Maria Hoogland, komt al te overlijden als hij 6 jaar is, en zijn vader hertrouwt als hij 10 jaar is. Wie voor hem zorgt in die tussentijd, is niet bekend. Johannes Bernardus wordt, net zoals zijn vader, tuig- en zadelmaker en trouwt in 1843 met Johanna ten Koppel, de dochter van, jawel, ook een zadelmaker. Het jasje van haar bruidsjurk is er nog, in het Nairac museum in Barneveld.
In 1850, na de dood van zijn vader, trekt hij in het huis van zijn ouders, De Fontijn, hetgeen nu de Jan van Schaffelaarstraat 56 is. Schöller wordt Schüller, en als hij zijn testament opmaakt, in 1866, tekent hij als Schueler.
Van zijn 6 kinderen halen een dochter en drie zonen de volwassen leeftijd. Zij blijven uiteindelijk allemaal in Barneveld hangen, en komen goed terecht. Dat moet toch een geruststelling zijn geweest voor de zoon van een immigrant. Hij sterft op zijn 68ste. Zijn vrouw, Johanna, overleeft hem 24 jaar. Zij blijft tot haar dood in De Fontijn wonen.
Er bestaat een foto van hem, hetgeen tamelijk ongewoon is, want de eerste portretfoto in Nederland werd pas in 1842 gemaakt door een rondreizende Franse fotograaf, terwijl Bernhard in 1881 overlijdt. In die tussenliggende veertig jaar maakte de portretfotografie blijkbaar een vogelvlucht. Twee van zijn drie zonen, en zijn dochter, liggen op de begraafplaats De Plantage, ook hier in Barneveld.
